De Windbloeister

€ 20,95

De Windbloeister is het tweede deel van de EOLUS Trilogie. In dit deel volgen we Sandrine Marin, die vlak na haar geboorte gescheiden werd van haar tweelingbroer Jules, om hem pas op 51-jarige leeftijd voor het eerst weer te ontmoeten. Sandrine wordt op jonge leeftijd besmet met het poliomyelitis virus, waardoor ze verlamd raakt en in een rolstoel belandt. Ze kan echter wel lopen op de wind. Sandrine kiest er, in een tijd dat dit nog hoogst discutabel is, als jong volwassene voor om openlijk met de vrouw van wie ze houdt te gaan samenwonen. Sandrine gaat op zoek naar haar plek in de wereld, ontmoet andere windlopers en leert dat ze niet een foutje van de Schepper is. Voorts wordt in deze roman de mythe van 'De Engelen Van Mons' ontrafeld en aan de lezers gepresenteerd. Zonder opsmuk, gewoon zoals het zich werkelijk heeft afgespeeld.

 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De Windbloeister is het indringende tweede deel van de Eolus-trilogie, waarin Huibert van der Meer de lezer meeneemt in het onwaarschijnlijke, vaak schrijnende, maar poëtisch vormgegeven levensverhaal van Sandrine Marin. Een kind dat door tragiek, toeval en verborgen krachten haar weg moet vinden in een wereld die haar gave – het lopen op de wind – niet begrijpt, en haar daarom probeert te vernietigen.

 

Het boek sluit inhoudelijk aan op De laatste windloper, en verdiept het mysterie rond de windlopers – mensen die letterlijk de zwaartekracht kunnen overstijgen, maar figuurlijk vaak bezwijken onder hun unieke anders-zijn.

 

Verhaal en structuur

 

 

Het verhaal is verteld in een raamvertelling: de inmiddels 84-jarige Sandrine vertelt haar levensverhaal aan de jonge journalist Todd, die aanvankelijk sceptisch is, maar al snel onder de indruk raakt van haar charisma, haar verleden én het feit dat ze daadwerkelijk boven het water kan lopen.

 

In flashbacks ontvouwt zich een levensverhaal vol verlies, vervreemding en overleven:

 

  • Sandrine’s moeder overlijdt kort na de geboorte van haar tweeling, Sandrine en Jules.
  • Haar vader, een circusartiest, wordt uitgesloten door zijn schoonfamilie en sticht uit woede een fatale brand.
  • Sandrine overleeft dankzij haar jonge verpleegster Mathilde, maar haar broer Jules verdwijnt spoorloos.
  • Via een omweg belandt Sandrine in Canada, waar zij wordt opgevoed samen met Milou, de dochter van het boerengezin dat haar opving. Ze groeien op als tweelingzusjes.
  • Haar ware afkomst blijft jarenlang onbekend – Sandrine leeft in een geconstrueerde identiteit.

 

 

Doorheen het verhaal groeit Sandrine’s magische vermogen om te “lopen op de wind”. Deze gave, symbool voor vrijheid, is tegelijk haar redding en haar vloek – want zodra haar pleeggezin het ontdekt, wordt ze beschouwd als een duivelskind en opgesloten in een afgelegen hut in de bossen. Het is een pijnlijk en beklemmend stuk in het boek, waarin religieuze onderdrukking, onwetendheid en kindermishandeling rauw worden verbeeld.

 

 

Thema’s

 

 

Het boek verweeft zware thema’s met een dromerige, haast mythische verteltrant:

 

  • Identiteit en afkomst
    Sandrine groeit op met een valse identiteit – als zus van Milou – en ontdekt pas veel later dat ze een tweelingbroer had: Jules, die de brand overleefde. Dit tragische gemis vormt een diep existentiële leegte in haar leven.
  • Magisch realisme
    Het windlopen is letterlijk een bovennatuurlijke gave, maar symbolisch staat het voor autonomie, bevrijding van maatschappelijke beperkingen, én het verlangen naar ontsnapping.
  • Verlies en trauma
    De roman behandelt verlies (van ouders, thuis, een broer, een “zus”), mishandeling, isolatie en de pijn van onthechting, maar laat ook zien hoe verbeelding en veerkracht een mens kunnen redden.
  • Vrijheid versus onderdrukking
    De manier waarop religie en autoriteit (zoals de predikant en de Grahams) omgaan met Sandrine’s gave stelt fundamentele vragen over hoe we omgaan met het onbegrijpelijke.

 

Stijl en vertelperspectief

 

 

Van der Meer schrijft met grote gevoeligheid en stilistische precisie. De taal is rijk en af en toe poëtisch, zonder gekunsteld te worden. De dialogen tussen de oude Sandrine en Todd brengen lucht en ironie in het verhaal, vooral door hun verschil in wereldbeeld. De toon is melancholisch, maar nooit uitzichtloos.

 

Door de gelaagde opbouw – wisselend tussen interviews, herinneringen en droomachtige episodes – krijgt het verhaal een bijna cinematografische diepgang. Het is tegelijk een vertelling en een reflectie op hoe verhalen gevormd worden.

 

 

 

Personages

 

 

  • Sandrine: een complex hoofdpersonage, bij wie kracht en kwetsbaarheid naadloos samengaan. Als kind is ze veerkrachtig, als oude vrouw wijs, gevat en ontwapenend.
  • Milou: haar surrogaat-zus, vertegenwoordigt tederheid, onvoorwaardelijke liefde, maar ook het tragische van verkeerde levensrollen.
  • Jules: haar biologische tweelingbroer, speelt in dit deel slechts een marginale rol, maar hangt als een onzichtbare schaduw over Sandrine’s leven.
  • Todd: de jonge journalist, cynisch maar gevoelig, wordt gaandeweg een katalysator voor Sandrine’s verhaal.
  • De Grahams en dominee Sam: representanten van conservatieve angst voor het onbegrepen, beklemmend en meedogenloos in hun overtuigingen.

 

 

 

 

Citaat ter illustratie

 

 

“De wind streek mij troostend door mijn haar, gleed langs mijn huid, blies het verdriet uit mijn gedachten. Ik was niet meer het meisje dat ik daarvoor was geweest, ik zag en voelde alles plots veel intenser.”


 

 

De Windbloeister is een gelaagde, aangrijpende roman die persoonlijke tragiek verweeft met mystieke elementen, zonder te vervallen in sentimenteel escapisme. Het is een krachtig pleidooi voor empathie, openheid en verbeeldingskracht, verpakt in een literair coming-of-age-verhaal met magische vleugels.

Een schitterend tweede deel in een trilogie die duidelijk meer wil zijn dan een verhaal over magie – het is een verhaal over mens-zijn.