De Wachtkamer van God
Toneel.
Zeven mensen hebben een uitnodiging ontvangen om in de wachtkamer van God te verschijnen. Bij elk van hen is de verwachting anders. In de wachtkamer is echter slechts plaats voor zes personen. De zevende persoon die arriveert, een 63-jarige dakloze, moet daarom maar weer zo snel mogelijk verdwijnen. Hij blijkt echter als enige een handgeschreven uitnodiging te hebben ontvangen.
Is dit een handgeschreven tekst van God?
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De Wachtkamer van God van Huibert van der Meer is een indringende en messcherp geschreven eenakter waarin zeven uiteenlopende personages elkaar treffen op een symbolische plek: de wachtkamer van God. Ze zijn bijeengebracht door dromen en mysterieuze berichten, en langzaam ontvouwt zich een existentiële confrontatie waarin vragen over geloof, lot, onrecht en identiteit centraal staan.
Op het toneel: een jonge Marokkaanse voetballer, een flamboyante kunstenares, een keiharde zakenman, een dominee op zoek naar duiding, een alleenstaande moeder, een Antilliaanse rapper en een alcoholistische zwerver. Wat begint als een absurd samenraapsel van types, verandert gaandeweg in een indringende botsing van levensverhalen. Elk personage draagt zijn of haar motieven, dromen en frustraties met zich mee – ogenschijnlijk achteloos gedeeld, maar langzaam ontrafeld tot rauwe kern.
De dialogen zijn vlijmscherp en vaak geestig, maar schuren onderhuids. De karakters nemen geen blad voor de mond: racisme, klasseverschillen, hypocrisie en religieuze arrogantie worden onverbloemd benoemd. De zakenman Michel meent God te zijn in zijn eigen leven, maar koopt uiteindelijk het “handgeschreven briefje van God” af van de dakloze Frans – een briefje dat Frans letterlijk niets meer kan schelen. Het is een wrange omkering: de enige met een uitnodiging van God is de enige die niets meer van Hem wil weten.
In dat contrast schuilt de grootste kracht van het stuk. Het stelt vragen, maar geeft geen antwoorden. De personages wachten – op God, op zingeving, op verlossing – maar wie verwacht dat God ten tonele verschijnt, komt bedrogen uit. Net als bij Beckett blijft de hoop hangen in het niets. Toch is dit geen nihilistisch werk. De werkelijke openbaring ligt in de kleine inzichten die de personages opdoen. Mandy beseft dat ze alles al heeft in haar kinderen. Jelmar ontdekt dat het geloof ook mild en ruimhartig mag zijn. En de rapper CCQuote leert dat hij stof tot rappen vindt in elke ontmoeting.
Conclusie:
De Wachtkamer van God is een sterk opgebouwd, thematisch rijk en inhoudelijk prikkelend toneelstuk. In slechts 35 minuten werpt het grote vragen op over geloof, moraal, ongelijkheid en identiteit. De tekst is strak en levendig, de karakters zijn voluit getekend zonder karikaturaal te worden, en het slot – waarin slechts twee mensen overblijven in het ochtendlicht – voelt zowel troostend als weemoedig. Een klein toneeljuweel dat diep graaft en lang blijft nazinderen.