URBEX
Toneel.
Een poëtische confrontatie met de dood, waanzin en de kracht van taal
Huibert van der Meers Urbex is een opvallend toneelstuk dat laveert tussen realisme, psychologisch drama en poëtische mythologie. Wat begint als een ogenschijnlijk herkenbare situatie — twee urbex-fotografen die een verlaten psychiatrische kliniek betreden — ontvouwt zich tot een diep gelaagd en hallucinerend portret van een dichter die al decennia in zelfgekozen afzondering leeft.
De spil van het stuk is Thomas, een 74-jarige dichter die zich sinds 1984 in de voormalige kliniek heeft teruggetrokken om één ultiem gedicht te schrijven. Een gedicht zó krachtig dat het zijn overleden geliefde Emma zou moeten terughalen uit de dood. Deze queeste — een moderne Orpheus-mythe — vormt het filosofische en emotionele hart van het stuk.
Het decor is rauw, vervuild en chaotisch: een afgetakelde ruimte vol oude meubels, vuile onderbroeken, lege bierblikjes en proppen papier. Het contrast met Thomas’ verheven ambitie en zijn worsteling met de taal levert sterke theatrale spanning op.
Interessant is dat veel personages — zoals Charon (de veerman uit de Griekse mythologie), Abraham en Diederik (medepatiënten of stemmen uit Thomas’ verleden) en zuster Mathilda — in feite manifestaties zijn van Thomas zelf. Het is zijn innerlijke strijd, zijn psychose of verbeelding die het toneel bevolkt. In het tweede bedrijf wordt dit expliciet: alle stemmen worden door Thomas vertolkt, een krachtige zet die zijn geïsoleerde geestestoestand voelbaar maakt.
Tegenover hem staat Kitty, een jonge urbex-fotografe, die aanvankelijk afkeer voelt van de plek en de oude man, maar langzaam gefascineerd raakt door zijn verhaal. Hun gesprekken bieden een spiegel tussen generaties, tussen nuchterheid en obsessie, tussen nieuwsgierigheid en gekte.
Thematiek en stijl
Urbex is in zijn kern een stuk over rouw, herinnering, isolatie, de macht van kunst en de hopeloze poging om het onherroepelijke (de dood) terug te draaien. De tekst is rijk aan literaire verwijzingen, met name naar de klassieke mythologie (Orpheus, Charon), en reflecteert op de rol van de kunstenaar in een wereld die hem vergeten is.
Stilistisch beweegt het stuk zich tussen realisme en poëtisch absurdisme. De dialogen zijn bij vlagen geestig, schrijnend of filosofisch. Thomas is een complexe, tragische figuur — zowel pathetisch als bewonderenswaardig. Zijn strijd met woorden en zijn verlangen naar betekenis maken hem tot een herkenbare maar extreme vertegenwoordiger van de kunstenaar.
Conclusie
Urbex is een intrigerend toneelstuk dat veel lagen in zich draagt. Het vraagt om een volwassen speelstijl en regie die ruimte laat voor de psychologische en symbolische diepgang. De thematiek is existentieel en het taalgebruik doordacht, wat het tot een bijzonder geschikte keuze maakt voor gevorderde theatergroepen of literaire festivals.
Het is geen licht verteerbare kost, maar voor wie zich laat meevoeren in Thomas’ zoektocht, biedt Urbex een rijke en aangrijpende theaterervaring.